Oudewater 2
Zaterdag 28 Mei 2011 om 00:00Oudewater is bekend om zijn touwindustrie. Omdat het stadje niet zo groot is en de wandeling dus klein, besloten we dit keer om eens een museum te bezoeken, waarvoor anders de tijd ontbreekt. We hadden naar museum De Heksenwaag kunnen gaan, maar het touwmuseum De Baanschuur lokte ons meer. Buiten was al duidelijk dat we in de buurt van het museum waren.
Als eerste hebben we een filmpje bekeken over de hennepteelt en de totstandkoming van het eindproduct touw. Prachtige filmbeelden uit lang vervlogen tijden.
Van hennep wordt touw gemaakt. De hennepstengels worden afgesneden en te rotten gelegd in sloten en vaarten. De lange vezels die overblijven, kunnen tot touw worden gedraaid op lijnbanen. Hennep groeit op zwaar bemeste akkertjes, die meestal vlak bij de boerderij liggen. Vooral rondom Oudewater, Woerden en in de Lopikerwaard was vanaf de zestiende eeuw veel hennepteelt. Hennep groeit goed in de vochtige grond van deze polders. In deze kast zijn de verschillende stadia van de bewerkte hennep te zien.
Er zijn, nadat de hennep uit het water wordt gehaald, nog verschillende bewerkingen noodzakelijk, voordat de stengels tot touw kunnen worden gedraaid. Er moet onder andere gehekeld worden om de houtachtige deeltjes van de garens te scheiden.
Na de verwoesting door de Spanjaarden werd Oudewater snel opgebouwd. Er verschenen weer lijnbanen, die vaak in de straten van het stadje waren gelegen. Soms in een aparte baanschuur, maar vaak waren er jukken over de straten gezet, waar overheen de lange kabels werden gelegd. Aan het einde stond een groot draaiwiel, dat de kleinere kabels tot grote touwen samendraaide. De inwoners van het stadje heten tot op vandaag Geelbuiken, omdat de touwslagers gelige gedroogde hennepvezels om hun buik wikkelden. Ze liepen achteruit terwijl ze de vezels uittrokken waarvan de kleine kabels gedraaid werden.
Oudewater heeft nog steeds een touwfabriek. De touwfabriek, G. van der Lee, is zelfs het oudste nog bestaande familiebedrijf van Nederland. Het stamt uit 1545.
De scheepsindustrie heeft grote behoefte aan touw, in alle maten en soorten.
Ik ben gek op touw en kan genieten van de manier waarop het gemaakt is. Prachtig toch dit vlechtwerk.
Zelfs springtouwtjes zijn leuk om te zien.
Met creatief schiemanswerk zijn leuke hebbedingetjes te maken.
De hennepzaden konden worden uitgeperst tot olie. Dat gebeurde in oliemolens, waarvan er in de zeventiende eeuw negen in Oudewater stonden. Een ieder die dat wil, kan bij het verlaten van het museum wat zaadjes pakken om op te eten.
De touwindustrie bleef, ondanks de achteruitgang van de scheepvaart, nog lange tijd een belangrijke economische pijler in Oudewater. In het begin van de negentiende eeuw stonden er nog 49 touwbanen met 450 werknemers. Daarna vervielen steeds meer banen en schuren. Wil je meer weten over de historie van Oudewater en de touwindustrie klik dan hier . Morgen ga ik weer verder met de wandeling.